Onlangs schreef Johan de Veer voor het Dagblad van het Noorden een bespreking van de boekpresentatie van Het verzet van Haren. In de bespreking gaat De Veer in op de geschiedenis van de herindeling van de gemeentes en de verschillende meningen over hoe dat proces is verlopen. Ook komen schrijvers Jan Lunsing en Priscilla Zetstra-van der Woude aan het woord. Lees de bespreking hieronder.
Ongeveer dertig mensen luisteren naar de schrijvers Jan Lunsing en Priscilla Zetstra-van der Woude. Hun boek heeft olie op het vuur gegooid van Gustaaf Biezeveld van het Burgercomité Haren. Biezeveld grijpt iedere strohalm aan om de herindeling met Groningen ter discussie te stellen. Met een groepje getrouwen wil hij de minister en de Tweede Kamer zover krijgen dat er excuses worden aangeboden. Het liefst ziet hij de zaak teruggedraaid. Aan de hand van opgevraagde documenten en gesprekken tonen de schrijvers aan dat de rijks- en provincieambtenaren onder één hoedje speelden. “Zowel minister Blok als minister Plasterk schreef aan het Burgercomité dat het rijk checkt of een herindeling volgens de regels verloopt. De ambtenaren van Binnenlandse Zaken blijken in de praktijk echter samen te werken met die van de provincie op te kijken hoe ze samen de fusie erdoor konden krijgen. Er werd zelfs een beetje lacherig over Haren gedaan”, zegt Lunsing. Volgens hem hadden de toenmalige landelijke coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in 2017 voor het kabinet Rutte III al afspraken gemaakt over een ‘groot Groningen’. “Een vorm van dictatuur”, noemt een boze bezoeker van de boekpresentatie deze handelwijze. Vooral omdat uit een referendum bleek dat 75 procent van de inwoners van de gemeente Haren tegen een fusie met Groningen en Ten Boer was. Biezeveld: “Nog nooit hebben burgers zoveel actie ondernomen met nul resultaat.” Volgens de schrijvers heeft Haren geen enkele kans gehad om zelfstandig te blijven. Deze procedure verdient geen schoonheidsprijs, stellen zij. Lunsing concludeert dat de Tweede Kamer, die een definitieve klap moest geven op het fusievoorstel, zich heeft laten gebruiken. “Nooit is bewezen dat Haren niet op eigen benen kon staan.” Ook niet tijdens de lange ‘rapportenoorlog’. De provincie liet onderzoeksbureaus aantonen dat de bestuurskracht en de financiële positie van Haren ontoereikend waren om op eigen benen te staan. Lunsing die als bestuurskundige, lid van twee Rekenkamers en onderzoeker voor overheden heel wat rapporten verslond, noemt de bewijslast mager en discutabel. “Als je dezelfde bril opzet, zou je ook over de gemeente Groningen een vernietigend rapport kunnen schrijven.”
Probleem is dat de gemeenteraad en het -bestuur van Haren in de herindelingskwestie geen eenheid vormden. Lunsing: “De coalitiepartijen hebben elkaar te weinig vastgehouden. Als je zelfstandig wil blijven, moet je één duidelijke strategie hebben. Die strategie ontbrak. Er zijn partijen van mening veranderd. Onderlinge geschillen over de strategie zijn nooit bijgelegd.” Kunnen ze zich voorstellen dat mensen dachten: wat is dat voor een zooitje? “Ja, absoluut” menen Lunsing en Zetstra-van der Woude. “Maar de provincie heeft de herindeling met Groningen bevorderd door er burgemeesters neer te zetten die zich niet al te zeer voor een zelfstandig Haren inspanden. Hun rol is heel belangrijk. De burgemeester moet een bindende figuur zijn. De laatste burgemeester heeft die rol niet gepakt.” De vraag of Haren beter of slechter af is met deze herindeling wordt in het boek niet beantwoord. Zetstra-van der Woude: “Ik heb het vertrouwen dat mensen die hieraan begonnen zijn oprecht afvroegen wat goed is voor Haren. Ik ben er niet van overtuigd dat Haren zelfstandig een goede toekomst had gehad, maar je had de gemeente wel de kans moeten geven. Ik woon in Haren en wat ik zie is dat de herindeling hier nog steeds pijn doet.” Ze vindt het jammer dat het nooit een optie is geweest om de zelfstandigheid van Haren twee of vier jaar aan te kijken. Lunsing is het met haar eens. “Wat burgers vinden, is belangrijk. Ik zou zeggen: geef het een kans. Het belang van burgers is uit het oog verloren. Je hebt een Pieter Omtzigt nodig om daar alert op te zijn. Ik zou graag vertrouwen willen hebben in de politiek, maar dit soort zaken maakt het wel moeilijk. Vooral ook, omdat ik weet dat het bij herindelingen elders ook zo gaat. Als er iets misgaat, moet je het hebben van klokkenluiders.” De schrijvers hebben moeite met de houding van de provincie. “Te vaak is gedacht: daar heb je die lastige burgers weer. Je kunt wel aan burgerparticipatie doen, maar dat heeft geen zin als je niet bereid bent te luisteren.” In het boek valt te lezen hoe de frustratie toeneemt en de gemoederen in het dorp hoog oplopen. ER wordt ook melding gemaakt van bedreigingen aan het adres van de toenmalige CDA-gedeputeerde Patrick Brouns, maar ook aan tegenstanders van de fusie met Groningen. Lunsing: “Het Openbaar Ministerie heeft er naar ons geen uitspraken over gedaan en de daders hebben we niet gesproken, zodat het altijd een oncontroleerbaar verhaal zou worden. Het was verder irrelevant voor het herindelingsproces zelf.” Een pijnlijk moment nomen de schrijvers een eerdere presentatie waarbij hun boek werd overhandigd aan burgemeester Koen Schuiling van Groningen. Daar waar zij probeerden uiterst zorgvuldig te werk te gaan bij het op een rij zetten van feiten en conclusies, sprak Schuiling van fictie. “We hebben dat als een diepe belediging ervaren. We waren geschokt en hebben het even laten rusten. Later spraken we er rustig over met hem, maar hij bleef bij zijn mening zonder bewijs te leveren.” Biezeveld zal niet rusten voordat hij genoeg munitie heeft om een bom te leggen onder de fusie. Lunsing: “Biezeveld van het Burgercomité Haren komt uit de hoek van het Openbaar Ministerie. Hij zocht schuldigen. We hebben niet zozeer naar personen gekeken, maar naar het proces. Wij zien geen misdadigers, maar wel politici die bij het behalen van beleidsdoelen geregeld de koninklijke weg verlaten.” Tijdens de boekbespreking kondigt Biezeveld aan dat Het verzet van Haren wordt overhandigd aan minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken, CDA). Dan vertelt een aanwezige hoe een schoenmaker in de stad hem vroeg of hij blij was bij Groningen te horen. “Ik dacht: hou op zeg. Breek me de bek niet open. Maak mijn schoenen nou maar.” Een ander concludeert: “De bevolking was te lief en fatsoenlijk. Wij gaan niet de straat op en we gooien ook niet met vuurwerk.”
0 Comments
Leave a Reply. |
Die Vanbinnen, Sam Shepard, ISBN 9789491737572, 192 pagina's, €22,95
Archives
Juli 2024
Categories
Alles
|
Uitgeverij Nobelman Officiële Website Copyright © Nobelman.nl 2011-2024, All rights reserved. Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman Distributie / Contact us |
Contact
Uitgeverij Nobelman Hoofdvestiging: Emdenweg 3 9723 TA Groningen e-mail : [email protected] tel: 06 50831893 |