VERWACHT IN MEI 2025 Na een paar verhalenbundels en historische romans publiceerde Vicente Blasco Ibáñez zijn grote realistische roman over Valencia: Arroz y tartana (in de vertaling door Frans Oosterholt Sjees en paella), die deel uitmaakt van een reeks romans waarin het Valenciaanse leven centraal staat (daarnaast publiceerde deze veelschrijver sociale, psychologische en avonturenromans, romans over de Spaanse geschiedenis en over de Eerste Wereldoorlog en reisverhalen). Het hart van de roman wordt gevormd door een stoffenzaak die in 1832 wordt opgericht door een arme immigrant uit Aragon, Don Eugenio. De lezer wordt meegenomen naar het begin, vervolgens de glorietijd, en ten slotte de ondergang van deze winkel doordat de laatste eigenaar zijn hand overspeelt op de beurs. Het leven en werk van Vicente Blasco Ibáñez Het leven en werk van Vicente Blasco Ibáñez (Valencia, 29 januari 1867 - Menton, een plaatsje aan de Côte d'Azur, 28 januari 1928) doet een beetje denken aan dat van sommige popsterren. In het begin van zijn carrière nam hij zijn schrijfwerk zeer serieus en werd hij op handen gedragen door lezers en critici. Hij verdiende veel geld, dat hij verloor met een megalomaan avontuur. Vanaf dat moment deed hij er alles aan om zijn fortuin terug te verdienen, waarbij hij zelfs romans op bestelling schreef. Als vakman produceerde hij nog altijd lezenswaardige boeken, maar hij zou nooit meer zo hoog stijgen als in zijn jonge jaren. Behalve schrijver was hij ook journalist, bezat hij een krant en was hij een invloedrijk politicus met een eigen politieke beweging die alle verkiezingen won in Valencia tussen 1898 en 1933. De ouders van Vicente waren afkomstig uit Aragón en hadden een kruidenierszaak onder hun woning, twee aspecten die we terugvinden in Sjees en paella. Voor een belangrijk deel berust deze roman op de tweedeling tussen hardwerkende immigranten uit Aragón en luie autochtone Valencianen, tussen nijvere middenstanders en profiteurs die zich laten lokken door het snelle geld op de Beurs. De avontuurlijk ingestelde Vicente ambieert een carrière bij de marine, maar als dat vanwege zijn gebrekkige talent voor wiskunde niet lukt, studeert hij rechten aan de Universiteit van Valencia. Als activist zet hij zich in voor de alfabetisering van de arbeidersklasse en de verbetering van hun levensomstandigheden. Om arrestatie te voorkomen, wijkt hij na een van zijn acties uit naar Parijs, waarvandaan hij kronieken stuurt naar zijn eigen krant. Na een algemene amnestie keert hij terug naar Valencia, waar hij actief is als antiklerikale en antimonarchistische politicus. Zijn uitzonderlijke oratorische talenten maken hem al snel tot de populairste politicus van Valencia. Hij wordt daarbij in korte tijd nog tot drie keer toe vervolgd door de autoriteiten. Twee keer belandt hij in de gevangenis, en één keer vlucht hij naar Italië, waar hij onder andere een magnifieke reisgids schrijft. In 1898 wordt hij voor het eerst verkozen tot afgevaardigde van Valencia, drie dagen nadat de Spaans-Amerikaanse oorlog uitbrak, die het definitieve einde zou markeren van het eens zo roemruchte Spaanse Rijk. Hij zou nog zes keer herkozen worden in de Cortes, het Spaanse parlement in Madrid. In dezelfde jaren zet hij met een vriend de uitgeverij Prometeo op, die zijn eigen werk publiceert en dat van onder anderen Shakespeare, Quevedo, Zola, Tolstoj, Dostojevski, Hugo, Poe, Voltaire, Kropotkin, Nietzsche, Darwin en Marx. Het is in deze hyperactieve jaren dat Blasco Ibáñez zijn beste werk schrijft, waaronder Sjees en paella. Waarschijnlijk heeft dat te maken met zijn gloedvolle geloof in de literatuur als een kracht die bergen kan verzetten. In latere jaren neigt hij er - ietwat cynisch geworden - toe literatuur te gebruiken om aan de realiteit te ontsnappen, en om zichzelf de middelen te verschaffen voor een luxueus leven. Het is de tijd waarin hij gefêteerd wordt op een tournee in de Verenigde staten, waarin er diverse Hollywood films van zijn romans worden gemaakt, waaronder The Four Horsemen of the Apocalypse met Rudolph Valentino. Na een paar verhalenbundels en historische romans publiceert Vicente Blasco Ibáñez zijn grote realistische roman over Valencia: Arroz y tartana (in onze vertaling Sjees en paella), die deel uitmaakt van een reeks romans waarin het Valenciaanse leven centraal staat (daarnaast publiceerde deze veelschrijver sociale, psychologische en avonturenromans, romans over de Spaanse geschiedenis en over de Eerste Wereldoorlog en reisverhalen). Het hart van de roman wordt gevormd door een stoffenzaak die in 1832 wordt opgericht door een arme immigrant uit Aragon, Don Eugenio. De lezer wordt meegenomen naar het begin, vervolgens de glorietijd, en ten slotte de ondergang van deze winkel doordat de laatste eigenaar zijn hand overspeelt op de beurs. Het thema van de roman komt sterk overeen met dat van Goudkoorts van Narcís Oller, in Nederland uitgegeven door Menken Kasander & Wigman Uitgevers. In beide romans komen de positieve en negatieve aspecten van de Beurs aan bod. Enerzijds is de effectenbeurs de stuwende kracht van de industriële revolutie, die welvaart creëert en grote projecten zoals een nationaal spoorwegennet financiert. Anderzijds is de Beurs ook het symbool van het snelle geld, gebakken lucht, schone schijn. Deze negatieve kant wordt in Sjees en paella bij uitstek gesymboliseerd door Doña Manuela. Ze slacht de kip met de gouden eieren door de winkel te verkopen aan een bediende en de opbrengst te gebruiken voor het ophouden van de schone schijn, met name om haar dochters een gunstige positie te verschaffen op de huwelijksmarkt. Hét symbool van Doña Manuela’s mentaliteit is haar rijtuig (de sjees uit de titel). Op een gegeven moment sterft haar paard, wat zo ongeveer de grootste ramp is die haar kan overkomen want nu moet ze te voet over straat met haar kinderen in plaats van vervoerd te worden in de sjees, en ze heeft geen geld voor een nieuw paard. De ex-bediende. Antonio Cuadros, die inmiddels bulkt van het op de Beurs verdiende geld, redt haar uit de brand. In een van de schrijnendste scènes van de roman ontdekt Juanito zijn moeder in bed met Cuadros. Juanito is sowieso een interessant karakter, dat een beetje doet denken aan de idioot van Dostojevski: naïef, ziekelijk, met een verheven moraal, vereert zijn moeder, sterft van schaamte als een bevriende financier ervandoor gaat met het zuur verdiende spaargeld van zijn verloofde… Het belang van een Nederlandse vertaling van Sjees en paella is dat het beeld van de Spaanse realistische cq naturalistische roman ermee wordt gecompleteerd. Blasco Ibáñez schetst in Sjees en paella het leven in Valencia in de tweede helft van de negentiende eeuw zoals Narcís Oller dat doet met Barcelona in Goudkoorts, Galdós met Madrid in Fortunata en Jacinta (ook uitgegeven door MKW) en in vele andere romans, en Clarín - tot op zekere hoogte, want Leopoldo Alas is in diverse opzichten een buitenbeentje - met Oviedo in La Regenta (Prometheus). Het naturalisme van deze vier Spaanse grootmeesters is, al dan niet met opzet, allesbehalve rechtlijnig en doorspekt met de autochtone traditie: Cervantes, de schelmenroman, het costumbrismo… Gelukkig voor de hedendaagse lezer worden het werk van de Spaanse naturalisten gekruid met allerhande typisch Spaanse of idiosyncratische ingrediënten, die hun proza over het algemeen een stuk smeuïger maakt dan dat van hun grote voorbeeld Zola.
0 Comments
Leave a Reply. |
Auteur
|
Uitgeverij Nobelman Officiële Website Copyright © Nobelman.nl 2011-2024, All rights reserved. Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman Distributie / Contact us |
Contact
Uitgeverij Nobelman Hoofdvestiging: Emdenweg 3 9723 TA Groningen e-mail : [email protected] tel: 06 50831893 |